Briefadvies Financiële compensatie coronacrisis

Het Rijk en decentrale overheden hebben op een constructieve manier afspraken gemaakt over de compensatie van kosten die direct zijn gerelateerd aan de coronacrisis. Dat stelt de Raad voor het Openbaar Bestuur in het briefadvies Financiële compensatie corona. Niet in alle gevallen is exact vast te stellen hoe groot de omvang is van de geleden schade. Ook is er geen sprake is van een uniforme procedure of methodiek. Toch is de Raad van mening dat de gekozen pragmatische benadering, gelet op de urgentie en het unieke karakter, in dit geval het meest passend is.

Hoewel de coronacrisis voortwoekert en de financiële gevolgen nog lang niet zijn uitgekristalliseerd, heeft de Raad voor het Openbaar Bestuur op verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken een toets gedaan op onder andere het proces, de methodiek en definities van de coronacompensatie. Het gaat dus niet om een toets op de hoogte van het bedrag. Dat is een politiek-bestuurlijke afweging.

Breed pakket maatregelen

Het uitgangspunt is dat decentrale overheden er als gevolg van de coronacrisis niet financieel op achteruit mogen gaan. Sinds de corona-uitbraak heeft het Rijk in verschillende tranches toezeggingen gedaan over deze compensatie. Het totale pakket aan maatregelen gaat over meer dan 20 zeer verschillende onderwerpen. Uiteenlopend van extra kosten handhaving, loonkosten sociale werkvoorziening, handhaving, uitvoeringskosten voor de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), extra kosten inhaalzorg voor de Wmo 2015 en de Jeugdwet, ondersteuning lokale media tot derving van toeristen en parkeerbelastingen.

Pragmatische aanpak

Bij de boordeling van de claims van decentrale overheden heeft het Rijk gekozen voor een pragmatische benadering. Daarbij is rekening gehouden met de aard van het financiële effect en de beschikbaarheid van informatie en passend bij de urgentie en het unieke karakter van deze crisis. Zo ver de Raad kan vaststellen is er sprake van een reële benadering van de compensatie van de direct aan de coronacrisis gerelateerde kosten en gederfde inkomsten.

Hij wijst er wel op dat het nog te vroeg is om een uitspraak te doen over de structurele en indirecte financiële gevolgen van de coronacrisis voor decentrale overheden. De Raad komt later dit jaar nog met een advies daarover. Tot slot wijst de Raad er op dat gelet op bijzondere omstandigheden op voorhand enige coulance bij de verantwoording over de besteding van de uitgekeerde compensatie op zijn plaats is.

In de media