Adviesrapport Bevolkingsdaling

Gemeenten in krimpende regio's moeten accepteren dat hun bevolking daalt. Ontkenning van en verzet tegen een krimpende bevolking is contraproductief. Acceptatie is niet hetzelfde als lijdzaam toezien. Bestuurders moeten investeren in de leefbaarheid van hun gemeente.

Ingrijpende herstructurering van woningvoorraad en voorzieningenaanbod kan nodig zijn om leegstand en verloedering te voorkomen. Het rijk en de provincie hebben daarbij een belangrijke verantwoordelijkheid. Op onderdelen zijn aanpassingen nodig in de geldstromen van het rijk naar de gemeenten, zodat deze meer op 'krimp' worden ingericht. De provincies moeten beter gebruikmaken van hun financieel toezicht op de gemeenten. Veel gemeenten hebben namelijk hun meerjarenramingen nog niet aangepast aan de daling van het inwonertal. Daardoor kunnen de problemen alleen maar verergeren.
Dit schrijven de Raad voor het openbaar bestuur en de Raad voor de financiële verhoudingen in hun advies aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Bevolkingsdaling doet zich nu al voor, bijvoorbeeld in Zuid-Limburg en Noordoost-Groningen. De komende 20 jaar krijgt 56% van alle gemeenten verspreid over het hele land te maken met een dalend inwonertal. Bij 20% van de gemeenten gaat ook het aantal huishoudens dalen. Naast Zuid-Limburg en Noordoost-Groningen gaat de 'krimp' zich bijvoorbeeld ook manifesteren in het zuidwesten van Zeeland, grote delen van Drenthe en gemeenten verspreid over het midden van het land.