Verslag bijeenkomst Democratie en Digitalisering

Op 19 juni 2018 vond een discussiebijeenkomst plaats over democratie en digitalisering. De bijeenkomst is onderdeel van het ROB-onderzoek naar kansen en risico’s van digitalisering voor onze democratie.

Opening

De voorzitter, secretaris-generaal Maarten Schurink, opent de sessie. Hij wijst op het belang van de dwarsverbanden tussen democratie en digitalisering. Ze vertonen samenhang, er liggen kansen, maar ook bedreigingen. Het biedt mogelijkheden om burgers te betrekken en de overheid transparant te maken, maar er bestaat ook het risico van beïnvloeding.
Er wordt een filmpje getoond van Open-overheid: 5 experts aan het woord over digitalisering en democratie.

De voorzitter vraagt aan een aantal deelnemers in de zaal een reactie. Deze liggen opvallend genoeg op het vlak van zorgen, hoewel het grootste deel van de deelnemers koos voor ‘zegen’.

  • Democratie wordt uitgeoefend in kleine verbanden, digitalisering ontstijgt de schaal van democratische verbanden verre.
  • Commerciële techgiganten hebben microtargeting als bussinessmodel. Deze invalshoek staat haaks op de waarde van democratie.
  • Je kunt digitalisering beschouwen als een zegen, maar in de situatie van China is er toch reden voor zorg: de overheid houdt je in de gaten en schroomt niet om in te grijpen in het persoonlijk leven van onderdanen.

Presentatie van prof. dr. Sarah de Lange en reacties daarop

ROB-lid Sarah de Lange licht in een presentatie de redeneerlijn van de ROB toe. De reacties die de voorzitter hierop verzamelt, luiden onder andere:

  • Waarheidsvinding of meningsvorming? De vraag is of democratie en digitalisering niet door de bril van meningsvorming moet worden beschouwd.
  • Op sociale media is geen sprake van een debat waarin tegenspraak wordt geboden, terwijl in het echte leven mensen wel gevoelig zijn voor tegenspraak.
  • Politiek is waardengeladen. Ontloop je niet dit element als je je richt op waarheidsvinding? En wie is de corrector van het publieke debat? Ofwel: wat is de rol van de overheid?

Reflectie Jacob Kohnstamm, lid Staatscommissie Parlementair Stelsel

Is het parlementaire stelsel robuust genoeg om de tand des tijds te doorstaan? De Staatscommissie denkt van niet en komt 21 juni 2018 met een tussenrapportage. Dat eerdere adviezen van staatscommissies niet werden opgevolgd had te maken met het evident ontbreken van gevoel van urgentie. Drie redenen waarom nu wel kansen liggen voor verandering:

  1. Er is een groeiende spanning tussen democratie en rechtsstaat.
  2. Kiezers herkennen zich niet (meer) in politieke en bestuurlijke besluitvorming (“over ons, maar zonder ons”).
  3. De grenzeloze mogelijkheden van technologie.

Over dat laatste: burgers worden van alle kanten geprofileerd, al dan niet met hun medeweten. Dit mechanisme maakt eigen meningsvorming van burgers bijna onmogelijk. Aanpassing van de inrichting van ons parlementair stelsel “helpt maar een beetje”. De staatscommissie zoekt naar perspectief om kwalijke invloeden onder controle te krijgen en richt zich op:

  • De persoonlijke autonomie van de kiezer;
  • Open proces van verkiezingen;
  • Level playing field voor politieke partijen;
  • Digitale kwetsbaarheid van instituties.

De staatscommissie denkt na over een wet op politieke partijen die transparantie regelt en op toezicht op naleving door een autoriteit. In opdracht van de staatscommissie onderzoekt de TU Delft de effecten van online campagnevoering op gemeenteraadsverkiezingen: je komt al gauw bij clicks die niet politiek neutraal zijn. De gevaren van digitalisering op de democratie krijgen een plaats in het advies.

Reactie René Bagchus, directeur Democratie en Burgerschap, BZK

De Agenda Versterking Lokale Democratie, die de minister waarschijnlijk voor de zomer aan de Kamer aanbiedt, is uitgewerkt langs drie lijnen:

  1. Verbinding kiezer-gekozene;
  2. Professionalisering bestuur;
  3. Weerbaarheid mensen en instituties.

Dhr. Bagchus zoomt voor deze sessie in op voorbeelden uit de praktijk van BZK waar digitalisering en democratie elkaar kruisen. Bij de aanlevering van verkiezingsuitslagen wordt software gebruikt, eigenlijk niet meer dan een spreadsheet. In de discussie over de betrouwbaarheid van de verkiezingsuitslag gaat het helemaal niet om de feiten, de schijn van niet volledige betrouwbaarheid is al genoeg om de betrouwbaarheid ter discussie te stellen. Wanneer feiten er niet toe doen is geloofwaardigheid alleen te behalen door betrouwbaarheid en transparantie.

Bijdrage Steven Luitjens, directeur Informatiesamenleving en Overheid, BZK

Dhr. Luitjens waardeert het dat de zoektocht is gericht op patronen en niet blijft hangen in incidenten. Wat betreft digitalisering is er geen weg terug, kijk dus vooral vooruit. Maak onderscheid in een denkspoor (onderzoek) en een doespoor (aanpak) en blijf niet te lang stil staan bij het eerste spoor: de wereld staat niet stil.

Als het gaat om de overheid is het belangrijk om onderscheid te maken naar welke overheid precies. De Nederlandse? De Europese? Of op mondiaal niveau?

Discussie naar aanleiding van vraagstuk over democratie en digitalisering

Aan de orde kwamen de volgende overwegingen en mogelijke ‘coping strategies’:

  • Overheid moet zelf het goede voorbeeld geven als het gaat om betrouwbaarheid. Denk aan een “spoorboekje betrouwbare informatie”.
  • In hoeverre verschillen de bubbels van nu met de zuilen van toen? Kohnstamm reageert: toen wist je in ieder geval wat voor een filter er op de zuil zat, nu weet je niet welk filter er op de bubbel zit.
  • Er zit een paradox in het vraagstuk, namelijk: hoe kun je het zelforganiserend vermogen van burgers en maatschappij verbinden aan overheidsingrijpen?
  • In het debat over democratie en digitalisering is het goed om onderscheid te maken tussen idealen en instituties. Het democratische ideaal of democratische instituties is wat anders dan het ideaal van digitalisering of hoe instituties omgaan met digitalisering.
  • Het debat in de publieke ruimte en de normen daarvoor wordt bepaald door drie of vier techplatformen (Facebook, Google). Hoeveel invloed heb je als overheid? De Chinese aanpak is in dat licht begrijpelijk, omdat de Chinese overheid als het gaat om Facebook of Google redeneert vanuit de gedachte van consolideren van haar machtspositie.