Briefadvies Verkenning verdeelmodel Wet werk en bijstand

In dit advies geeft de Raad zijn oordeel over mogelijke toekomstige verdeelmodellen voor het inkomensdeel van de Wet werk en bijstand (Wwb). Naast verbetermogelijkheden van het bestaande verdeelmodel worden ook andere benaderingen voor de verdeling van de gemeentelijke bijstandslasten in het onderzoek betrokken. Het gaat daarbij zowel om de onderzoeksmethode als de vormgeving van de verdeling.

Bij de methode gaat het om het op objectieve wijze vaststellen van de behoefte aan bijstand op gemeentelijk niveau. Bij de wijze van verdeling gaat het om de vraag hoe de verdeling zo kan worden ingericht dat gemeenten gestimuleerd worden het beroep op de bijstand te beperken zonder dat zij daarbij onevenredige financiële risico's lopen. De Raad onderstreept het belang van de prikkelwerking, maar stelt ook de rechtvaardigheid daarvan ter discussie. De prikkelwerking kan alleen betrekking hebben op dat deel van de bijstand dat beïnvloedbaar is door de gemeente. De prikkelwerking wordt verder beperkt door de risico’s die gemeenten kunnen dragen.

Kritisch

De Raad is kritisch over de werking van het huidige verdeelmodel, maar acht verbeteringen zeker mogelijk met name door een betere maatstaf voor de werking van de regionale arbeidsmarkt. De inhoudelijke verbeteringen van het verdeelmodel dienen er toe bij te dragen dat meer gemeenten rechtstreeks onder de werking van het objectieve verdeelmodel vallen.

De Raad beveelt aan om op basis van de Multi-niveauanalyse een nieuw verdeelmodel te ontwikkelen. Om een goede vergelijking mogelijk te maken, geeft hij in overweging ook een verschillenanalyse mee te nemen in het vervolgonderzoek. Het trendmodel dat zich richt op het voorspellen van de verwachte mutaties in de bijstand, kan in principe in de verschillende onderzoeksmethoden worden meegenomen door in de onderzoeksmethode ook de meerjarige ontwikkelingen te betrekken.