Adviesrapport ICT en het recht om anoniem te zijn

Informatie- en communicatietechnologie (ICT) vormt een steeds groter deel van onze economie. Digitalisering van informatie heeft invloed op de inrichting van de samenleving. Niet ICT in het algemeen, maar ICT-ontwikkelingen in relatie tot de privacy, vanuit oogpunt van burger en overheid, worden in dit advies bestudeerd.

De raad wil een aanzet geven de vragen hoe de overheid moet omgaan met ICT-ontwikkelingen in relatie tot privacy en wie verantwoordelijk is voor bescherming van de privacy, te beantwoorden. Betekent meer handelingsvermogen van de overheid door gebruik van ICT vanzelf minder privacy, of zijn er ook mogelijkheden om, door een andere wijze van omgaan met persoonsgegevens, meer handelingsvermogen te realiseren met evenveel of zelfs meer privacy?

Als norm wordt vooropgesteld dat privacy een recht van burgers is. Informatievrijheid betekent dat anderen geen informatie over ons kunnen inwinnen zonder onze toestemming of zonder dat daar een verplichting toe bestaat, en dat de informatiestroom die onszelf betreft ook door onszelf wordt beheerd. Burgers maken zich, ondanks dat privacy geen geïnstitutionaliseerd belang is, wel degelijk zorgen over hun privacy. Dit komt tot uiting in specifieke relaties tussen overheid en burger, en bedrijf en consument. Als voorbeelden van 'privacygevoelige' terreinen gelden: de gezondheidszorg, de sociale zekerheid, internet en de handhaving van de openbare orde en veiligheid.