Briefadvies Herziening uitkeringsstelsel

Het huidige uitkeringsstelsel sluit onvoldoende aan op de bestuurlijke verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Een goed voorbeeld daarvan is het toegenomen belang van regionale samenwerking maar ook de wens van Rijk en decentrale overheden om op basis van een overeenkomst gezamenlijke opgaven op te pakken. Minister Knops van het ministerie van BZK heeft als beheerder van het gemeentefonds aan de ROB gevraagd advies uit te brengen over de herijking van het uitkeringsstelsel.

Eenduidige uitkeringsstructuur

De Raad adviseert een eenduidige uitkeringsstructuur te hanteren en daarin onderscheid te maken in drie uitkeringsvormen:

1 | Algemene uitkering

Decentrale overheden dienen te kunnen beschikken over een vrij besteedbare uitkering. Dit is noodzakelijk om zelfstandig afwegingen te kunnen maken over aard en omvang van het lokaal of provinciaal gewenste voorzieningenniveau.

2 | Decentralisatie uitkeringen

De decentralisatie uitkering past bij taken waar het Rijk stelselverantwoordelijkheid heeft. De uitkering is weliswaar vrij besteedbaar maar er kunnen wel verplichtingen om beleidsinformatie bij worden opgelegd. Het biedt decentrale overheden ook een aangrijpingspunt om het Rijk aan te spreken op de verdeling en de omvang.

In dit verband werpt de Raad nogmaals de vraag op of bekostiging van het sociaal domein via de algemene uitkering wel een goede oplossing is. Een decentralisatie-uitkering maakt de spanning tussen wensen en verwachtingen van Rijk en gemeenten duidelijker. Omvang en verdelingsvraagstukken kunnen dan in samenhang worden opgepakt.

3 | Specifieke uitkeringen

Een (kostendekkende) specifieke uitkering is het meest aangewezen als het Rijk weinig ruimte laat voor decentrale afwegingen of als het Rijk de mogelijkheid wil hebben om decentrale overheden te kunnen afrekenen op basis van de werkelijke bestedingen.

Aanbevelingen

De Raad komt tot de volgende concrete aanbevelingen:

  • Leg in de Financiële-verhoudingswet vast dat bij een decentralisatie-uitkeringen beleidsinformatie opgevraagd kan worden. Dit om een oordeel over de effectiviteit van het beleid als geheel te kunnen geven.
  • Creëer in de Financiële-verhoudingswet een wettelijke basis voor een uitkeringsvorm die tegemoetkomt aan de wens om op basis van een overeenkomst tussen Rijk en decentrale overheden over te gaan tot bekostiging van gemeenschappelijke opgaven.
  • In het geval dat een democratisch gekozen bestuur kiest voor regionale samenwerking moet de Financiële-verhoudingswet ook de mogelijkheid bieden voor rechtstreekse bekostiging van die regionale samenwerking.
  • Specifieke uitkeringen moeten systematisch getoetst worden op hun prikkels voor doelmatigheid.

Vragen?

Heeft u vragen naar aanleiding van dit advies? Neem contact op met onze adviseur:
Gerber van Nijendaal.

Overzichtstabel

Overzichtstabel
Type uitkeringKenmerkFinanciële-verhoudingswetNader te regelen
Algemene uitkeringVrij besteedbaar: onderdeel gemeentefondsArtikel 6 tot en met 11Niet van toepassing
DecentralisatieVrij besteedbaar: onderdeel gemeentefondsArtikel 5 lid 2, Artikel 13 lid 1, 2 , 4 en 5, Artikel 14Informatie verstrekking tbv invulling stelsel-verantwoordelijkheid
Mogelijkheid bekostiging gemeenschappelijke opgaven Rijk en decentrale overheden op basis van door partijen gesloten overeenkomst waarin wederzijdse verplichtingen zijn vastgelegd
Mogelijkheid rechtstreekse verstrekking aan samenwerkende decentrale overheden op basis van overeengekomen governance structuur
SpecifiekeBestedingsvoorwaarden: onderdeel begroting vakdepartementArtikel 15a tot en met 21Mogelijkheid rechtstreekse verstrekking aan samenwerkende decentrale overheden op basis van overeengekomen governance structuur
Brontabel als csv (898 bytes)

In de media

Gemeenten gebaat bij meer focus op EU, Binnenlands Bestuur, 9 januari 2020
ROB: Het uitkeringsstelsel is verrommeld, Divosa, 9 januari 2020
Bemoeienis Rijk met zorgbeleid kost gemeenten teveel geld, Nationale Zorg Gids, 9 januari 2020
ROB: rijk legt te veel druk op gemeente, Binnenlands Bestuur, 8 januari 2020