Advies voorstel tijdelijke Wet deelfonds sociaal domein

De Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) heeft geadviseerd over het voorstel voor een tijdelijke Wet deelfonds sociaal domein. Het wetsvoorstel gaat over hoe het Rijk geld voor de decentralisaties op de terreinen ondersteuning, jeugd en participatie beschikbaar stelt aan de gemeenten. De Rfv ziet het instellen van een tijdelijk deelfonds op zichzelf als een logische tussenstap naar het uiteindelijke doel, te weten toevoeging van het geld aan de algemene uitkering (gemeentefonds).

De Raad plaatst wel kritische kanttekeningen bij de vormgeving van het fonds. De Raad vindt de reikwijdte van het deelfonds te beperkt. Zo ligt het voor de hand om onder andere de integratie-uitkering Wmo (huishoudelijke hulp) en de gelden voor volwasseneneducatie op te nemen in het sociaal deelfonds. Ander punt van kritiek betreft de bestedingsvoorwaarden. De gelden uit het deelfonds zijn geoormerkt, en mogen dus alleen voor de taken binnen het fonds worden gebruikt. Dit kan leiden tot ondoelmatigheid en creatief boekhouden. De Rfv vindt overigens dat onderbesteding geen goede indicator is voor de effectiviteit van beleid. De Rfv pleit er verder voor, dat mochten gemeenten een deel van het geoormerkte geld overhouden in een bepaald jaar, zij reserves kunnen kweken om fluctuaties in noodzakelijke uitgaven door de jaren heen op dit terrein te kunnen opvangen.

Kritisch is de Raad ook over het vormgeven van het monitoren van de decentralisaties. Het doel van monitoren moet volgens de Raad zijn vast te stellen of gemeenten met het budget tegemoet kunnen komen aan de vraag naar zorg en welke effecten er zijn voor de burgers. De voorgestelde methode van periodieke onderhoudssystematiek van het gemeentefonds is hiervoor niet toereikend. Bovendien lijkt de termijn van drie jaar, waarvoor het deelfonds geldt, aan de korte kant om de werking ervan goed te kunnen monitoren en beoordelen.