Briefadvies Verdeling subcluster Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Stedelijke Vernieuwing

De Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) is van oordeel dat de verdeling het subcluster VHROSV in zijn geheel kan worden ingevoerd.

De Raad komt tot deze conclusie op basis van de volgende overwegingen.

Het geconstateerde structurele kostenpatroon op de onderdelen Ruimtelijke Ordening, Omgevingsbeheer en Monumenten leidt tot de conclusie dat de verdeling tegemoet komt aan de kosten die vooral kleine gemeenten en uitgestrekte gemeenten hebben. Dit rechtvaardigt zonder meer het doorvoeren van tweederde deel van het ijkpunt. De geconstateerde verschillen concentreren zich vooral op de onderdelen Gebiedsontwikkeling en Wonen.

De verschillen tussen het ijkpunt en de uitgaven op de onderdelen Gebiedsontwikkeling en Wonen kunnen voor een belangrijk deel verklaard worden uit de grote mate van beleidsvrijheid en daarbij behorende verschillen in ambitieniveaus, verschillen in wijze van waarop de uitgaven worden verantwoord en de wijze waarop gemeenten er in slagen kosten te verhalen. Voor een deel bestaat het beeld dat de inkomsten van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) leidend waren voor zowel het boeken van de uitgaven als voor het doen van de uitgaven voor stads- en dorpsvernieuwing, dit heeft daardoor het beeld van de netto lasten op het onderdeel Gebiedsontwikkeling bepaald.

De Raad stelt dat herverdeeleffecten geen rechtvaardiging mogen vormen om af te zien van de herverdeling. De herverdeeleffecten voor de grote steden zijn goed verklaarbaar en niet onoverkomelijk. De G4 krijgen weliswaar te maken met een fors herverdeeleffect maar de nieuwe verdeling is voor de G4 gelijk aan het kostenniveau 2014 op dit onderdeel.