Adviesrapport Begin bij het begin

Over de rol, positie en aanstellingswijze van de burgemeester woedt al lang een debat. Wat is de beste aanstellingswijze; kiezen de inwoners zelf hun burgemeester, of kiest de gemeenteraad? Er zijn diverse wijzen van aanstelling. Elke wijze heeft andere gevolgen voor de rol en de positie van de burgemeester. En daarmee voor de lokale politieke verhoudingen. Met dat laatste moet worden begonnen; bepaal eerst wat voor type burgemeester je wil hebben: begin bij het begin.

Op verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) hierover advies uitgebracht, getiteld: Begin bij het begin. Advies over de rol, positie en aanstellingswijze van burgemeesters.
Het advies is vandaag overhandigd aan minister Plasterk tijdens de Werkconferentie 'Burgemeester van de toekomst'.

De wijze van burgemeestersbenoeming is in eerste lezing uit de Grondwet geschrapt. Of dat ook in tweede lezing gebeurt, is de vraag want daarover verschillen de politieke opvattingen. De Rob constateert dat de discussie over de aanstellingswijze van de burgemeesters tot dus ver draait om het al of niet gewenste eindbeeld: een rechtstreeks door de inwoners, dan wel door de gemeenteraad gekozen burgemeester.

Advies: begin bij het begin

Het advies van de Raad bevat een aantal stappen om de discussie over de aanstellingswijze van de burgemeester te structureren en deze in samenhang te zien met diens rol en positie in elk model. Hoofdboodschap is: begin bij het begin. Een andere aanstellingswijze van de burgemeester betekent een fundamentele wijziging van rol en positie van de burgemeester en daarmee van de lokale politieke verhoudingen. Met name bij een rechtstreekse verkiezing door de inwoners verandert hierin veel. Vanwege de fundamentele aspecten is het van doorslaggevend belang om de keuzen in goede volgorde te maken en stap voor stap af te wegen.

Politiek en bestuurlijk spoorboekje

Daarom heeft de Raad voor het openbaar bestuur zijn advies bijna in de vorm van een politiek en bestuurlijk spoorboekje gegoten. De Raad adviseert de volgende stappen:

Stap A: Wijzigen bestaand model?

Ook bij de tweede lezing blijven de overwegingen om de aanstellingswijze van de burgemeester uit de Grondwet te halen van grote betekenis. De wetgever overweegt dan wederom of hij iets wil doen aan de aanstellingswijze van de burgemeester, neemt in overweging welke elementen dan een rol spelen en wat het effect is op de rol en positie van de eerste burger. De Raad denkt daarbij onder meer aan de democratische legitimiteit van de burgemeester.

Stap B: Verkiezing door de gemeenteraad?

Als de wetgever de aanstellingswijze van de burgemeester wil beleggen op lokaal niveau, dan ligt verkiezing en benoeming door de gemeenteraad als eerste voor de hand. In feite is dit een bestendiging van de huidige situatie. De gemeenteraad kiest de burgemeester en kan deze ook benoemen, de commissaris van de Koning heeft in de fase van de kandidaatstelling een verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het verkiezingsproces en het toezicht op de integriteit (antecedenten) van de mogelijke kandidaten.

Stap C: Verkiezing door de inwoners?

Als de wens is een stap verder te gaan, komt de mogelijkheid in beeld om de inwoners van een gemeente de burgemeester rechtstreeks te laten kiezen. Bij een rechtstreekse verkiezing doen de kandidaten op basis van een eigen programma mee aan de verkiezingen en verwerft de gekozen burgemeester een eigen mandaat van de kiezers. Bij deze variant gaat het om meer dan de wijze van verkiezen alleen. Rechtstreekse verkiezing door de inwoners is zeer wel mogelijk, maar naar mening van de Raad voor het openbaar bestuur vereist dit model een fundamentele doordenking van het functioneren van de gehele lokale democratie.

Stap D: De keuze aan de lokale democratie laten?

Als de wetgever nóg een stap verder wil gaan, bijvoorbeeld omdat dit zou passen in het concept van consequente decentralisatie, kan hij ook de gemeenteraad de mogelijkheid bieden om óf zelf de burgemeester te kiezen, dan wel een verkiezing door de inwoners te organiseren. Bij het zetten van deze stap moet van beide modellen (verkiezing door de gemeenteraad en verkiezing door de inwoners) zeer duidelijk zijn welke consequenties er aan vast zitten voor de positie van de burgemeester en de gemeenteraad.

Democratische vernieuwing: horizonbepaling

Bij elk model dat de wetgever kiest als de Grondwetswijziging is aanvaard, zal sprake zijn van democratische vernieuwing. De Raad voor het openbaar bestuur adviseert om door middel van een horizonbepaling in de wet, van bijvoorbeeld vijf jaar, ervaringen op te doen met de nieuwe vorm van aanstellen. En op grond van de evaluatie te bepalen of de wet aanpassing behoeft.