Adviesrapport Financieel toezicht met een visie

Financieel toezicht is een wezenlijk onderdeel van de checks and balances binnen het openbaar bestuur. De Raad voor de financiële verhoudingen onderzocht op welke wijze het financieel toezicht door de provincies op de gemeenten een bijdrage kan leveren aan de kwaliteit van het openbaar bestuur.

De raad onderscheidt drie verschillende doeleinden van het financieel toezicht door provincies:

  • Het bevordert een gezonde financiële huishouding van de gemeente;
  • Het ondersteunt de horizontale controle en verantwoording;
  • Financieel toezicht als uitingsvorm van de stelselverantwoordelijkheid van het Rijk.

De raad hecht meerwaarde van het financieel toezicht door de provincie omdat het zicht geeft op de politieke en bestuurlijke context. Tegelijkertijd moet het financieel toezicht onafhankelijk, onpartijdig en onder publieke verantwoording plaatsvinden.

Uiting van stelselverantwoordelijkheid

Financieel toezicht is een uitingsvorm van de stelselverantwoordelijkheid van het Rijk. Dit houdt in dat het Rijk samen met de provincies waakt over de kwaliteit van het toezichtbeleid. Het Rijk dient zich ervan te vergewissen dat gemeenten zorgvuldig met gemeenschapsgeld omgaan en dat gemeenten ook in staat zijn de maatschappelijke taken op een verantwoorde wijze uit te voeren. Voor het invullen van de stelselverantwoordelijkheid is het nodig dat afspraken gemaakt worden over een uniforme rapportage over het gevoerde toezichtbeleid en de resultaten daarvan.

Kwaliteit en transparantie controle

Het financieel toezicht dient meer te zijn dan het voorkomen dat een gemeente door financieel wanbeleid of beheer een beroep moet doen op artikel 12 Fvw. Het financieel toezicht dient ook bij te dragen aan de kwaliteit en de transparantie van de democratische controle door de gemeenteraad. De toezichthouder gaat niet op de stoel van de gemeenteraad zitten maar kan de gemeente wel wijzen op haar verantwoordelijkheid.

De Raad voor de financiële verhoudingen is geen voorstander van een aanscherping van het financieel toezicht maar dringt bij de provincies wel aan op meer transparantie en eenduidigheid in de criteria en de procedure. De provincie dient het begrip risicogericht en proportioneel financieel toezichtbeleid uit te werken. Het gaat om de wijze waarop de kengetallen worden betrokken bij het oordeel en helderheid over de wijze waarop in geval verschil van inzicht er ambtelijk en bestuurlijk wordt opgeschaald.