Blog: De rol van de burger en de media bij het herwinnen van het gezag van de overheid

Weblog

De Raad voor het Openbaar Bestuur heeft een urgent maar complex thema te pakken: gezag van de overheid. Iedereen voelt aan dat daar meerdere problemen spelen, maar het luistert nauw om die adequaat te ontleden. De ROB doet in haar recent uitgebrachte signalement een moedige poging om het beest bij de horens te vatten. Centrale vraag is die naar de gezagswaardigheid van de overheid, gerelateerd aan het feitelijk gezag dat haar wordt toegekend. Die gezagswaardigheid staat onder druk, hetgeen volgens de ROB te wijten is aan een aantal tekorten. Om dat afgebrokkelde gezag te herwinnen zou geïnvesteerd moeten worden in bekwaamheid, betrouwbaarheid en betrokkenheid van de overheid. Daartoe komt de ROB met meerdere aanbevelingen.

Opvallend is dat het signalement ook een korte historische schets bevat, maar dat die vooral macro-ontwikkelingen betreft: verzuiling, verstatelijking, vermarkting en vermaatschappelijking. Die ontwikkeling is weliswaar relevant, maar er valt meer over te zeggen. Het doet denken aan het prikkelende boek van Jurrien Rood uit 2013, Wat is er mis met gezag?, in het signalement ook zijdelings genoemd. Dat boek is bijna tien jaar oud maar heeft nog niks van zijn actualiteitswaarde verloren. Rood doet daarin verslag van zijn onderzoek bij de Amsterdamse politie. Hij constateert tot zijn verrassing dat het met de gezagswaardigheid van de politie erg meevalt, maar dat het eigenlijke probleem veel meer zit bij de gezagstoekenners. Die laten zich sinds de geïndividualiseerde en geëmancipeerde cultuur weinig meer gezeggen, gaan uit van het recht van de sterkste en zijn al snel bereid om geweld te gebruiken wanneer ze hun zin niet krijgen. De overheid slaagt er maar niet in om hierbij corrigerend op te treden. Dat probleem is tien jaar later alleen nog maar erger geworden: niet voor niets noemt Caroline Koetsenruiter Nederland het ‘agressieparadijs’. Nederland heeft de bedenkelijke reputatie van meest agressieve land van Europa, niet echt iets om trots op te zijn! De burger heeft zich daarmee vooral tegenover de overheid gepositioneerd en eist, met non-verbale en verbale middelen, zijn rechten op.

Daar komt nog iets belangrijks bij: de rol van (social) media. Bij de ROB komt die nauwelijks aan de orde, Rood besteedt er juist extra aandacht aan. De media zijn in zijn ogen veel meer dan doorgeefluik. Rood stelt dat de media eigenlijk automatisch, vrij gemakzuchtig, aan de kant van de burger staat tegenover de overheid en aanzet tot verzet tegen de autoriteiten. Volgens ons ligt dit wat genuanceerder, maar wij zien wel ontwikkelingen in de rol van de media die invloed hebben op de gezagswaardigheid van de overheid. Zo zien we dat binnen de ‘klassieke’ media meer de nadruk is komen te liggen op de ‘ombudsfunctie’, waarbij berichten over misstanden en opinie belangrijker zijn geworden dan genuanceerde en feitelijke berichtgeving. Daarnaast is de rol van social media in het publieke debat groot. Daarin zien we, mede beïnvloed door de commerciële motieven binnen mediaplatforms, een nieuw soort online verzuiling ontstaan waarin gelijkgestemden in hun eigen bubbels zitten. Dit versterkt het eigen groepsgevoel en aversie tegen andere groepen met andere opvattingen. Zo ontstaat er een gepolariseerde publieke debatruimte dat niet bepaald een vruchtbare bodem biedt voor de overheid om haar gezagswaardigheid te laten gelden.

De Raad heeft in haar signalement zeker een punt dat er werk aan de winkel is voor de overheid in het herstellen van haar gezagswaardigheid, maar wij zien ook een rol voor de burgers zelf. Die moeten beseffen dat ze zelf een bijdrage leveren aan de mate waarin de overheid gezagswaardig is en kan zijn. Daar past geen overdreven assertiviteit of agressie bij, maar een zelfbewuste, kritische en constructieve houding. Wat niet helpt is dat (sociale) media daarin polariserend werken. Wij zien voor de overheid de opgave om maatschappelijke frictie te herkennen en om te zetten naar betekenisvol beleid; en vervolgens de middelen te creëren om tegengewicht te bieden aan de (veelal online) gepolariseerde publieke debatruimte. Goede democratische processen vallen of staan bij een kwalitatief goed debat waar iedereen aan mee kan doen. Dat draagt bij aan de gezagswaardigheid van de overheid.

Deze blog is geschreven vanuit het Lectorennetwerk Toekomstbehendig Bestuur, bestaande uit: Willem Bantema (NHLStenden), Laurens de Graaf (oud-lector HU), Emile Kolthoff (oud-lector Avans), Diane Nijs (BUas), Julien van Ostaaijen (Avans), Robert van Putten (CHE), Willeke Slingerland (Saxion), Alex Straathof (HvA), Henno Theisens (Haagse Hogeschool), Frans de Vijlder (oud-lector HAN), Bart Wernaart (Fontys), Maarten Dijk (oud-docent Bestuurskunde) en Rogier van der Wal (Aeres/Fontys).

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

  • Een uitstekend commentaar bij dit niet minder goede thema van de ROB. Dat de "klassieke" media in hun onderlinge strijd om Scoops (w.o. Nieuwsuur en de Volkskrant) de gepolariseerde publieke debatruimte ook nog versterken ondermijnt uiteindelijk onze democratische rechtsstaat.

    Terugkijkend zie je dat al sinds de jaren ’80 de ruimte voor nuancering en voor echt debat steeds kleiner is geworden door digitalisering en de druk van de grote Mediaconcerns.
    Uitwisseling van meningen kwam geleidelijk in de plaats van kennisuitwisseling.
    Zo is de kunst van de retoriek, die in Frankrijk nog steeds hoog in het vaandel staat, in ons land vrijwel verloren gegaan.

    Van: mevr. R. van Loon (Fieneke) | 06-01-2023, 15:14