Financiële verhoudingen: theorie en praktijk in de regio

Weblog

Algemeen wordt aangenomen dat er een groot verschil bestaat tussen theorie en praktijk. Vooral in de praktijk is dit verschil groot, wordt daar vaak aan toegevoegd. Op de tweede Dag van de Financiële Verhoudingen, op 18 april 2019, bleek daar echter weinig van. Tot mijn verrassing waren academici en praktijkmensen het vaak roerend eens over (problemen bij) de bekostiging van regionale samenwerking.

Samen met Gerber van Nijendaal heb ik de essaybundel geredigeerd die de basis vormde van deze dag. De stukken zijn geschreven door mensen die allemaal vanuit een andere hoek naar dit onderwerp kijken. Je zou dan denken dat daar stevige meningsverschillen uit naar voren zouden komen. Maar nee hoor. Sterker nog: als je alle essays achterelkaar zet (en je ogen een beetje dichtknijpt) rolt daar een heel logisch en coherent verhaal uit.

Ook tijdens de discussies op de Dag zelf bleek een grote mate van overeenstemming over wat de problemen zijn en wat daarbij komt kijken. Dat wil niet zeggen dat daarmee ook de oplossingen binnen handbereik liggen. Daarvoor is de materie te taai. Dat komt omdat we iets willen dat eigenlijk niet bestaat.

Een cirkel krijg je niet vierkant

Gemeenten moeten veel taken uitvoeren die mensen, of hun onmiddellijke omgeving, direct raken. Maar om verschillende redenen – ze kunnen het niet aan, de ruimtelijke schaal van de problemen is te groot – voeren gemeenten deze taken vaak uit samen met andere gemeenten. Die samenwerkingsverbanden worden niet democratisch bestuurd of gecontroleerd. En ze worden voor een groot deel met rijksgeld bekostigd, maar dat geld stroomt indirect, dus via de deelnemende gemeenten. Dit levert allerlei knelpunten op, waarover geanimeerd werd gediscussieerd. Maar een cirkel krijg je niet vierkant.

Een oplossing komt pas in beeld als je de bestaande structuren loslaat. Als je niet uitgaat van hoe de dingen nu zijn ingericht, maar vertrekt vanaf de tekentafel, dan stuit je op twee basisprincipes voor financiële verhoudingen tussen overheden:  

  1. Leg zoveel mogelijk bevoegdheden decentraal, maar wel bij een democratisch bestuur. Dat kan overheidsvoorzieningen afstemmen aan waar lokaal behoefte aan is.
  2. Niet winkelen met andermans portemonnee. Wie beslist over overheidsdiensten en ervan profiteert, moet ook meebetalen.
Maarten Allers
Maarten Allers, lid ROB en directeur COELO

Als veel overheidstaken in de regio worden uitgevoerd, dan hebben we dus een democratisch regiobestuur nodig. Gemeenten kunnen zich dan focussen op hun lokale taken. Die zijn belangrijk genoeg. Maar we hebben toch al provincies, zult u misschien denken. Inderdaad, maar die mooie bestuurslaag wordt helaas nogal onderbenut.

Als we de provinciale schaal waar nodig wat meer in lijn brengen met de taken in de regio, kan dit een mooi regiobestuur opleveren waar taken met een bovengemeentelijke schaal voortaan democratisch kunnen worden uitgevoerd.

Zo blijkt er toch nog een kloof te gapen tussen theorie en praktijk: wat de theorie adviseert brengen we in Nederland niet in de praktijk. Maar wat niet is kan nog komen natuurlijk.

Noot

Blogs op Raadopenbaarbestuur.nl zijn op persoonlijke titel. Het blog geeft niet per se de mening weer van de Raad.

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.